Zowat overal kun je met Engels duidelijk maken wat je bedoelt, behalve in China. Daar is een ondoordringbare Chinese taalbarrière, even hoog als de Chinese Muur. En dat is verrekte onhandig als je verdwaald in China…
De Chinese taalbarrière
Het was de zomer van 2005 en nadat we al bijna drie weken door het noorden van China hadden gereisd was één ding overduidelijk: de Chinezen zijn ontzettend vriendelijk, maar ze spreken geen woord Engels. En als je een poging deed om een woordje Chinees te spreken, dan verstonden ze je nog niet omdat de uitspraak niet klopte. Het was daarom van levensbelang om altijd de naam van je bestemming in Chinese tekens op schrift bij je te hebben als je de weg vroeg of een taxi wilde nemen. Had je dat niet, dan had je een serieus probleem. Bijna drie weken was het goed gegaan en hadden we iedere keer zonder moeite onze weg kunnen vinden. Maar ook wij maken weleens een foutje…
We waren in Suzhuo, een prachtige stad ten westen van Shanghai. De hele dag waren we op pad geweest en hadden de tuinen, kanalen en typische bruggen bekeken. Na het bezoek aan een avondmarkt in het centrum waren we doodmoe en wilden we terug naar ons hotel om in bed te kruipen. We liepen naar een drukke weg om een taxi aan te houden, maar terwijl manlief al naar voorbijrazende taxi’s stond zwaaien, besefte ik dat ik er niet aan had gedacht om een kaartje of foldertje van ons hotel mee te nemen. Nu hadden we dus niets met de naam van het hotel in Chinese tekens bij ons en werd het onmogelijk om een taxichauffeur duidelijk te maken waar we naartoe wilden.
Verdwaald in China
Er was echter geen reden voor paniek. De taxi die we op de heenweg hadden genomen reed ons in amper vijf minuten naar het centrum, dus het moest te voet ook goed te doen zijn. Amper tien minuten later waren we echter al verdwaald. We hadden geen idee hoe we moesten lopen omdat de straten allemaal sprekend op elkaar leken. Er zat nog maar één ding op… We stopten een taxi, gingen erin zitten en begonnen vol goede moed de naam van ons hotel te roepen. De taxichauffeur haalde daarop verlegen zijn schouders op, hij snapte het niet. Het enige wat we hem duidelijk konden maken, was dat we naar een hotel wilden omdat we gebaren maakten dat we wilden slapen. Hij knikte wanhopig en begon te rijden.
Na een paar minuten stopte hij bij een willekeurig hotel en keek ons hoopvol aan. We schudden nee. Dit was niet ons hotel. De taxichauffeur keek bedenkelijk om zich heen, mompelde wat in het Chinees en begon weer te rijden.
‘Dit wordt helemaal niets,’ zuchtte ik. ‘Hij brengt ons gewoon weer naar een ander hotel.’
‘Misschien is dat per ongeluk het goede,’ zei manlief onverstoord, terwijl hij op een briefje uit mijn tas een tennisbaan begon te tekenen. Hij liet het aan de chauffeur zien, die meteen enthousiast begon te babbelen. ‘Ja, tennisbaan! Voor het hotel!’ riep manlief verwoed.
De man nam een afslag en stopte na een paar minuten bij een hotel dat ongetwijfeld een tennisbaan had. Het was alleen niet ons hotel. Zuchtend schudden we nee. Dit ging niet meer goed komen, misschien moesten we vannacht maar ergens op een bankje gaan slapen.
Een goed plaatje zegt meer dan duizend woorden
Maar zo gemakkelijk gaf de chauffeur niet op. Hij gebaarde dat manlief met hem mee moest lopen en nam hem mee naar de lobby van het hotel waar de receptionisten misschien konden helpen. Dit bleek al snel vies tegen te vallen omdat zij ook niet wisten om welk hotel het ging. Hoe vaak manlief ook naar zijn getekende tennisbaan wees, hij kreeg maar weinig respons. Toen herinnerde hij zich dat er in de straat voor het hotel een grote boog van bakstenen stond. Dus begon hij die boog, steentje voor steentje, onder zijn tennisbaan te tekenen.
Het hele groepje boog zich aandachtig over zijn nieuwe aanwijzing, waarna er een hele discussie in het Chinees volgde. Een moment later leek de chauffeur te begrijpen wat de bedoeling was. Hij nam manlief weer mee terug naar zijn taxi en begon te rijden.
‘Volgens mij weet hij het,’ zei manlief vol vertrouwen en liet me zijn tekeningen zien.
‘Dit snapt hij nooit,’ zei ik twijfelend terwijl ik zijn gekrabbelde rebus bekeek. ‘Ik snap het zelf niet eens en ik ben nota bene in dat hotel geweest!’
‘Nee, hij weet het nu echt. Zeker weten. Al rijdt hij al wel erg lang door… Zo ver kan het toch niet zijn?’
De beste taxichauffeur van heel China
Net toen onze moed in onze schoenen begon te zakken, reed de chauffeur een straat in die ons wel erg bekend voor kwam. Toen zagen we de bakstenen boog staan. De chauffeur wees er met een stralende lach naar en wij juichten hem uitgelaten toe. Die man was geniaal. We klapten uitbundig toen hij het hotelterrein opreed en de chauffeur kon zijn lol niet op. Manlief wees hem nog op de tennisbaan, maar de man wist met gebaren duidelijk te maken dat hij met die hele tennisbaan niets kon. Die boog, dat deed het hem.
Giechelend accepteerde hij (gelukkig!) onze dikke fooi en duizend bedankjes, waarna hij luid lachend en zwaaiend weer wegreed. We keken hem na, wetend dat hij nog lang aan vrienden en familie zou vertellen over die warme zomeravond, toen hij twee blanke toeristen in zijn taxi had die hun hotel kwijt waren…
De grootste blunder ooit!
Nu zou je denken: het verhaal is klaar. Eind goed, al goed. Maar nee, dit verhaal heeft nog een staartje. Manlief en ik liepen namelijk lachend ons hotel binnen en begroetten de receptionist achter de balie. Terwijl we in de lift naar boven gingen, prezen we nogmaals ons geluk dat dit goed was afgelopen. We liepen door de gang en bespraken dat we er spijt van hadden dat we geen foto van de taxichauffeur hadden genomen, want wat was dat een geweldige man! Al pratend haalde ik de sleutel van onze hotelkamer uit mijn tas en maakte de deur open. Het duurde even eer ik doorhad dat die sleutel een groot label had. Met daarop in loeigrote letters de naam van het hotel. In het Engels en in het Chinees. Je raadt het al, die sleutel had ik al die tijd gewoon in mijn tas zitten!